Charles Darwin
Grondlegger van de evolutietheorie.
Charles Darwin is misschien wel de bekendste en belangrijkste bioloog ooit. Hij is geboren in 1809, in Shrewsbury, Engeland.
Al toen hij heel jong was, was Charles helemaal gek van de natuur en alles wat daarmee te maken had. Zijn vader was echter een succesvol arts en die wilde niets liever dan dat Charles hem zou opvolgen. Dus moest hij van zijn vader geneeskunde studeren in Edinburgh. Tijdens deze studie kwam Charles erachter dat hij totaal niet tegen bloed kon en verloor zo zijn interesse in de studie.
Tijdens deze periode volgde hij al veel gastcolleges van bekende biologen en andere wetenschappers. Hij hielp mee bij onderzoek naar zeedieren, hij leerde om dieren op te zetten en hielp zelfs een beroemde professor met het onderhouden van zijn collectie in een museum. Maar zijn vader vond het maar nutteloos werk. Charles moest maar priester worden en stuurde zijn zoon naar de universiteit van Cambridge om theologie te studeren. Charles maakt deze studie af en blinkt uit in vakken als natuurkunde, wiskunde en geschiedenis.
Standbeeld van een jonge Darwin bij Cambridge. (Fortheloveofknowledge, 2009)
Na zijn studie wilde Darwin helemaal geen priester worden. Gelukkig gebeurde er in het jaar van zijn afstuderen iets heel bijzonders. In 1831 werd Charles Darwin gevraagd of hij mee wilde op een onderzoeksreis rond de wereld op het schip de Beagle. De kapitein Robert Fitzroy was nog op zoek naar een natuuronderzoeker en een professor van Cambridge had Charles Darwin aanbevolen als de juiste man. Darwin vond het een prachtige kans.
Op 27 december 1831 vertrok Charles Darwin op het schip de Beagle onder leiding van kapitein Robert Fitzroy. Darwin was toen pas 22 jaar.
Kapitein Robert Fitzroy
HMS Beagle (R.T. Pritchett, 1900)
De Beagle maakte een wereldreis langs Zuid-Amerika, Afrika, Australië en allerlei eilanden. Charles had vreselijk last van zeeziekte, maar eenmaal op land bracht hij veel tijd door met het bestuderen van allerlei dieren, fossielen en landschappen. Ook bestudeerde hij de mensen op de verschillende continenten. Al zijn bevindingen schreef hij nauwkeurig op.
De reis met de Beagle duurde uiteindelijk bijna vijf jaar. In 1836 kwam het schip aan in Engeland en Darwin ging vrijwel direct in Cambridge onderzoek doen. Hij overlegt met tientallen collega’s en ontwikkelde een vriendschap met de beroemde wiskundige Ada Lovelace.
De wereldreis van de Beagle en Charles Darwin. (Sémhur, 2007)
Op basis van al zijn ontdekkingen schrijft Charles Darwin dertig jaar later een boek: "On the Origin of Species", in het Nederlands is dat “Het ontstaan van soorten”. Dit boek werd in 1859 gepubliceerd. Hierin beschrijft Charles Darwin zijn evolutietheorie. Door zijn onderzoek heeft hij ontdekt dat de mensen en dieren niet door God zijn geschapen, maar natuurlijke ontwikkelingen verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van mens en dier. Deze hebben miljoenen jaren nodig gehad om zich te ontwikkelen tot de soorten die ze nu zijn. Iets dat hij natuurlijke selectie noemt. Denk bijvoorbeeld aan apen die zich langzaam tot Neanderthaler en daarna tot de moderne mens hebben ontwikkeld.
Dit idee was revolutionair, want de meeste mensen in die tijd geloofden nog dat God al het leven op aarde had gecreëerd. Al waren er zeer veel protesten van de kerk, Darwin’s evolutietheorie werd vrijwel meteen door de internationale wetenschap geaccepteerd.
Foto van Charles Darwin. (Maull & Fox, 1854)
"On the Origin of Species" uit 1859
Darwin sterft in 1882 op 76-jarige leeftijd. Zijn boek “On the Origin of Species”, is de basis voor een groot deel van de moderne biologie.
Om dit verhaal af te sluiten:
Wist je dat Charles Darwin tijdens zijn reis een jonge schildpad meenam van de Galapagos Eilanden? Deze schildpad kwam in een Australische dierentuin terecht en overleed in 2006. De schildpad is 176 geworden!
Waar?
Darwin studeerde aan werkte aan de Universiteit van Cambridge
Meer weten?
Bekijk deze Clipphanger over evolutie.